Slotfragment uit Zwarte Heide

Gijsbrecht Geertsen is dood. Zijn kroost zal hem begraven en levende hei planten op zijn graf. De doodsklok tampt de enkelslag. Maar de vlakte bloeit in purper en goud en hoog koepelt de blauwe oneindigheid boven de zegepralende hei der gulle, milde Kempen. Op het eenvoudige kruis van Gijsbrecht Geertsen staat zijn naam en het jaar van zijn heengaan: 1600.

Boven het stille kerkhof trilt een wonder lied. De wind uit de vlakte voert het mee. In een verre echo, of is het de oude Geertsen die spreekt, klinkt het levenswoord der wroeters van de Wezelse hei: “God is goed”.